waarom bart drost borduurt
Het begon in 1985. Voor zijn eerste project boom blauw bas in het Kerkje van Persingen liet Bart Drost op 100 zwarte sportshorts drie woorden borduren. In helder fris bladgroen. Machinaal. Maar eigenlijk begon het in 1971. Toentertijd had Drost een - naar zijn idee - hip, lichtblauw spijkerjasje. Om het nog mooier te maken borduurde hij er streepjes en stippen op. In felle kleuren. Welnee! Het is al begonnen bij het zondagse tafellaken. Voor aan het ontbijt tijdens de feestdagen. Paarse guirlandes met oranjerode bloemen. Door zijn moeder met de hand geborduurd. Misschien nog wel eerder: er stonden antieke stoeltjes bij Drost thuis in de salon die geborduurd waren met prachtige motieven op de rugleuning, op de zitting, zelfs op de armleuningen. Of heeft het dan toch te maken heeft met zijn opleiding? Monumentaal Textiele Vormgeving aan de Amsterdamse Gerrit Rietveld Academie. Al heeft hij daar vrij weinig met textiel gewerkt. Het was er vooral tekenen, knippen en zagen.
Zijn leermeester Harry Boom omschreef de essentie van de textiele kunsten destijds met ongeveer deze woorden: "Textiele kunst is een mentaliteit van werken. Het is als de foto in het lijstje op de schoorsteenmantel bij jou in de woonkamer. Niet de foto, niet het lijstje, niet de schoorsteenmantel, niet de woonkamer is van belang, maar het gaat om de onderlinge samenhang van dat alles."
Hoe het ook zij: Drost borduurt graag.
En je hoeft er niet voor te leren.