Bart Drost sended 24 friends this question, unfortunatly the answers he got are all in Dutch...
Dear . . . !
Would you like to think along with me?
A boy of about 7 years old is in the first grade and looks out the window dreamily.
Can you tell me about 5 things that are on his mind?
Thanks in advance.
Greetings from Bart.
__________
Op die leeftijd . . . lastig want lang geleden. Maar
hij (ik) zal aan mijn moeder hebben gedacht, thuis, of aan hoe ik me
straks op de speelplaats overeind hou, of aan iets lekkers, snoep, een
ijsje, of aan mijn 'hut' ergens achter in het bos, of aan mijn skelter
(vroeger met kinderwagenwielen), of aan een uitje naar het zwembad (open
lucht, met speeltuin), of aan woonwagen kinderen die me molesteerden
als ik daar langs moest op weg naar huis, of aan mijn boek of
tekenschrift waar ik mee bezig was, of aan het kalven van een koe (waar
ik met mijn neus bovenop stond), of? of was het niet de bedoeling dat ik
het op mezelf betrok? Van mijn kleinzonen weet ik dat zij niet altijd
rooskleurig zullen dromen, ik denk dat ze met name ook bezig zijn met
hoe ze zich binnen de groep staande kunnen houden, vriendjes maken,
meetellen, goed genoeg zijn? Van die dingen.
__________
Ridders
op galopperende paarden in door stormen getekende vergezichten.
Vrienden maken in de pauze. Lego (in zijn hoofd verder bouwen aan een
lopend project).
De videogame die hij momenteel speelt. Het verhaal dat de leraar aan het vertellen is.
__________
Hoe
lang zal ik op deze kersenpit sabbelen. Ik loop straks eerst naar de
kersenboom. Eerst kijken of ons moeke thuis is. Als Zus het ballenwijf
mij straks weer op sluit dan ren ik weg. Straks eerst kachelhout maken
en daarna voetballen.
__________
Knikkeren. Door de uiterwaarden struinen. Een zeepkist bouwen. Meedoen aan Stuif'es In. Meedoen aan het Songfestival.
__________
De
dag naar het circus: de spannende houten trappen en zitjes, maar de
clown was stom. Het nieuwe hondje van de buren. De meester die boos was
geweest tegen een vriendje. De dropjes die ik in de winkel zomaar uit de
pot gepakt had. Dat ik liever touwklimmen deed dan baltrappen.
__________
Zijn
hondje (konijn, kat). Wat hij straks gaat doen. Strubbelingen met een
klasgenootje. Gamen. Hoe je vriendjes wordt met iemand.
(Ik was in de eerste klas bang voor sommige boerenjongens en piekerde hoe je met hen om moest gaan.)
__________
Wat
er in de lunchtrommel zit. Wat na school te gaan doen als je met een
van je vriendjes mee gaat om te spelen. De pauze en alle spellen die je
dan kunt spelen. Wij hadden karren waar je op kon zitten. Deze kar kon
dan door een ander meegetrokken worden. Ook hadden we een soort auto
variant hiervan waar een kindje in de auto zat en deze kon besturen en
die werd dan geduwd. Verder een grote zandbak waar van alles in kon
worden gebouwd en gedaan. We speelden tikkertje of verstoppertje.
Voetbal heb ik ook veel gedaan in de pauzes. Ikzelf was gek op dino's
dus het fantaseren van dino's buiten op straat. Dit kon ook worden ingewisseld voor cowboys, raceauto's of voetbal.
__________
Met
zijn fiets over de schans heen gaan. In de boom klimmen en misschien
zelfs een boomhut erin bouwen. Wachten op de grote boodschappen van
mama. Spelletjes spelen op de computer. Belletje lellen in de buurt.
__________
Straks
weer voetballen op het veldje en ik weet nu hoe ik 't ga doen. Saaaai?
Ik heb vanochtend iets stoms gezegd tegen mijn vriendje. Ik hoop dat ie
't niet zo opvat. Straks een koekje bij de thee en dan weer verder met
mijn modelbouwproject. Ik heb steeds dat liedje in mijn hoofd.
__________
Werkelijk geen idee waar ikzelf op die leeftijd mee bezig was. Gokje: voetballen, hutten bouwen, Lego.
__________
Het
jochie denkt 'waarom zit ik hier? Het is gek dat de grote mensen mogen
beslissen over wat ik moet doen. En dat ze zeggen dat ik ze later
dankbaar zal zijn. Dankbaar dat ze mij dit geleerd hebben. Ik denk dat
er niets anders op zit dan te wachten totdat dit voorbij is. Totdat ik
zelf kan beginnen met mijn leven. Ik geloof niet dat de meesters, mijn
ouders of de buren weten wie ik ben. Dat is zo gek; niemand kent mij,
ziet mij maar iedereen weet dat dit het beste voor mij is. Voor mij.
Niemand vraagt mij iets. Over wie ik ben. Hier zitten en luisteren naar
de meester, dat is wie ik ben. Zonder mij te kennen denken zij te weten
dat? Ik kan geen kant uit. Ik moet maar wachten tot dit voorbij is.
Volgende week weer een proefwerk; laat ik zorgen een voldoende te halen.
Dan is dit snel voorbij. En dan kan ik aan mijn eigen leven beginnen.'
Dit herinner ik me. Dergelijke gedachten.
__________
Ik
wil eigenlijk buiten spelen. Ik zou mijn nieuwe step willen poetsen. Ik
wil PowPatrol kijken. Liz is stom en ze mag niet op mijn feestje komen.
Ik wil voetballen.
__________
Ik
moet plassen maar dat kan pas als het speelkwartier is. Zal mama thuis
zijn als ik uit school kom? Als de deur op slot is, is ze boodschappen
aan het doen. Dan moet ik naar de buurvrouw, vind ik niet zo leuk. Ik
wil later graag priester worden. Jammer dat je je hoepel niet mee mag
nemen naar school. Het lijkt me zo leuk om hoepelend naar huis te gaan
als de school uit is. Theo Schalken zei dat sinterklaas niet bestaat maar papa zei dat ik hem niet moet geloven.
__________
Ik
heb werkelijk geen idee. Zoals je weet heb ik geen actieve herinnering
aan mijn jeugd en vind deze vraag daarom niet te beantwoorden.
__________
Pauze.
Vriendinnetje. IJsje. (Mijn zoontje zegt: 'dat ligt eraan wat ik buiten
zie, als ik een hond zie buiten dan denk ik aan een hond'). Vakantie.
Voetballen. Miljonair zijn. Zusje pesten.
__________
De jongen
denkt aan snoep. Of aan zijn huisdier. Een goocheltruc. Zijn lego of een
pretpark. Misschien denkt hij ook wel aan een microscoop?
__________
Dat
hij bijna naar groep twee gaat en dan bij de grote kinderen hoort. Met
wie hij vanmiddag zal afspreken om te gaan spelen. Wat hij zal eten
vanavond. Hij vraagt zich af of hij in die boom daar zou kunnen klimmen.
Dat hij graag zou vliegen.
__________
Uit mijn herinnering van 60
jaar geleden het volgende: Regendruppels die op het raam een chaotisch
pad naar beneden nemen. Geweerschoten in de verte van het militair
oefenterrein geven een unheimisch gevoel. Hoe de dichte mist het zicht
op gebouwen wegneemt. De poldertocht die we gaan maken op
woensdagmiddag. De hut die we gemaakt hebben in de loods met
appelkistjes van een boerenvriendje. Nog vele kwajongensstreken die
tegenwoordig niet meer mogelijk zijn.
__________
Het is bijna speelkwartier, kunnen we gaan knikkeren en bokspringen. Ik zoek mijn 'zit steen' op. Veilig.
__________
Hij
denkt aan Mimoenland (zijn eigen fantasieland ergens in het heelal maar
niet in de Melkweg maar een ander sterrenstelsel). Aan zijn eerste
gitaarles die komen gaat. Aan de prachtige glittersneakers die hij met
zijn oma gezien heeft. Aan de White Stripes. Aan Dolfje Weerwolfje. Aan zijn verjaardag die steeds dichterbij komt.
__________
Hij
is bezorgd over zijn moeder, want die is ziek. Hij hoopt dat ze snel
beter wordt en niet dood gaat want - en dat is zijn volgende zorg - dan
moet hij leven met zijn vader zonder de bescherming van zijn moeder. Verder droomt hij over zijn vriendje die twee rijen voor hem zit.
__________
Ik
keek zelden naar buiten, dat mocht niet en ik was een strebertje. Ik
denk dat ik vooral naar huis wilde, ik verveelde me nogal op school. En
ik denk dat ik dacht aan eten, ik at en snoepte toen echt heel vaak. Verder zou ik het echt niet weten.
__________
Met
mijn dagdromen op 7 jarige leeftijd kom ik niet veel verder dan wat
wenselijk gedrag naar schooljuf, ouders en groepjes in de klas/school.
__________
Hij
denkt aan welke avonturen zijn twee beertjes vandaag nou weer zullen
beleven. Wat hij kan doen om straks onder de gymles uit te komen. Hij
ziet door het raam een vliegtuig hoog in de lucht en droomt van verre
landen. Hij denkt aan het grote geheim dat alleen hij kent. Aan zijn hond die blij kwispelt als hij straks van school weer thuis komt.