final presentation - ekwc den bosch - 2000

"Het is werkelijk prachtig, maar ik kan er niks mee..!"

In 2007 was ik artist in residence in het Europees Keramisch Werk Centrum in Den Bosch. In 2000 had ik mijn eerste werkperiode in dit centrum en met weemoed dacht ik nadien terug aan het 'lekker kneden in de klei' en de beelden die van daar uit als uit het niets zijn ontstaan. Destijds was mijn leitmotiv bij het werken "Het verhaal van de jongen". In 2007 zou mijn uitgangspunt "Het nut van spelen" zijn, waarbij in de werken een combinatie van rivierklei en porselein zou worden toegepast.


Wie schetst mijn verbazing, mijn teleurstelling, mijn schrik (?!) op het moment dat ik - na zeven jaren weer -  klei in mijn handen voelde en deze aanraking vooral een gevoel van afkeer in mij teweeg bracht. Niks geen intense euforie, integendeel. Ik kon niets met de klei. Weg er mee. Dan maar aan de porselein. De substantie van dit materiaal stond me zo mogelijk nog meer tegen: kauwgum vond ik het, brokkelklei; wat moet ik hier nu mee?


Slaan, slaan was de enige passende actie voor dit materiaal. Porselein slaan. Kleine worstjes en bolletjes keramiek legde ik op de ovenplaat en sloeg ze tot platte dunne repen. En al slaande met mijn vuist gaf ik richting aan de worstjes, ze aan elkaar verbinden, ze vormen. Ik ontdekte een nieuwe manier van tekenen, een nieuwe vorm van tekeningen.


Resultaat zijn enkele honderden slatekeningen. Kleine verhaaltjes, anekdotes, uitspraken. Flinterdun porselein, tweedimensionaal of driedimensionaal? Kwetsbaar van materiaal en inhoud. Ze passen mij goed, deze slatekeningen en ze zijn een vanzelfsprekende stap op mijn pad in de kunsten. Ik heb ze verzameld in een ladekast met achttien laden, als vlinders opgeprikt op board. Als juwelen in een kist. Maar voorzichtig, ze zijn zo kwetsbaar.
Kwetsbaarheid houdt het gevaar van beschadiging in zich, breken. Geen wonder dat die honderden slatekeningen mijn atelier niet uit komen. De galeriehouder is enthousiast en verzucht: "Het is werkelijk prachtig, maar ik kan er niks mee..!"  De verzamelaar slaat de hand voor zijn mond maar durft een aankoop niet aan. En ik? Ik zoek een weg om mij slatekeningen aan de wereld te tonen.


Juwelen in een ladekast; juwelen voor aan de wand; niet te dragen. Hoezo 'niet te dragen?'. Het is de angst voor het breken die het dragen belemmert. Hoe lang moet een juweel gedragen worden? Hoe lang duren vijf minuten? En waarom mag een slatekening niet breken? Hoezo eeuwigheid? En vooral: wat is de waarde van een kunstwerk als dit niet getoond kan worden. Is kunst meer dan prots en praal?

Bart Drost, januari 2011.


terug naar archief

Next

Bart Drost

vrij kunstenaar

Graafseweg 183a
6531ZR Nijmegen